Wie was Alan J. Mather?
Alan James Mather werd geboren op 25 oktober 1879 te
Inverell in Nieuw-Zuid-Wales in Australië en was een
private die vocht voor de Australiërs in de Ieperboog. Hij
was één van de meer dan 6000 vermiste Australische
soldaten tot hij uiteindelijk werd terug gevonden en
begraven.
Hij was de zoon van Thomas en Mary Ann Mather.
Hij had een oudere tweelingzussen genaamd Marion en
Flora en een jongere zus Elsie. Hij had ook een halfbroer
en een halfzus, Doug en Jessie. Hij volgde les in de
New Engeland Grammar School (NEGS) dat nu bekend
staat als de The Armidale School. Later zou hij wijnbouw studeren aan de Hawkesbury Agricultural College. Hij won een prijs in de geschiedenis, dat werd gepresenteerd met een boek Proze Writings of Heine in de New Engeland Grammar School in 1894. Hij was een uitstekende ruiter, hij had interesse in de militaria en werd Lieutenant in de lokale New England Light Horse Squadron in zijn tienerjaren. Tijdens deze periode, gaf hij een Welcome Home speech aan de veteranen die terug kwamen van de Boerenoorlog in Zuid-Afrika,
kolionie van Groot-Brittannië. Alan zou volgens de
lokale krant wel bekend en geliefd was in zijn regio.
Hij was enorm betrokken bij sport en cultuur
evenementen inclusief atletiek, vergaderingen,
de Masonic Lodge en zijn geliefde
Light Horse Squadron.
Na zijn studies onderneemde hij zijn vaders pand
Roslyn in Inverell. He bewees ook een goede
wijnmaker te zijn door talrijke medailles en prijzen te
winnen tijdens wedstrijden in gans Europa.
Alan kocht zijn eigen eigendom genaamd Flaggy
bij de Seven River in Ashford in Nieuw-Zuid-Wales.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Alan vrijwillig bij de Australian Empire Forces. Hij was één van de duizende doden die vielen tijdens de Slag om Mesen. Hij sneuvelde tijdens granaatvuur op 8 juni 1917. Na de oorlog werd zijn lichaam nooit terug gevonden en werd vermeld op de Menenpoort op paneel 23.
Alan zou nooit trouwen en zijn oudste nog levende familielid is zijn nichtje Kath Mitchell, de dochter van Alan's zuster Marion, die geboren was op 16 juni 1913 die uiteindelijk de sleutel zou zijn van Alan's toekomst. Want in augustus 2008 werd een
lichaam terug gevonden bij Ploegsteert door de
Europese vereniging voor
Eerste-Wereldoorlogarcheologie ‘No Man’s Land’.
Om wie het ging, was onbekend. Maar a.d.h.v.
de resten van het uniform ging het om een
Australische infanterist. Ook had de stoffelijke
resten een identificatieplaatje, die echte onleesbaar
werd geworden na al die jaren in de grond te liggen
roesten.
Van de stoffelijke resten werd een DNA-staal
genomen, tandglazuur. Dit kon uiteindelijk
aanduiden in welk deel van Australië hij geboren
was. Dat gebeurde aan de hand van de verhouding tussen de isotopen strontium-86 en strontium-87. Strontium komt het lichaam binnen via de voeding en wordt via de bloedstroom naar de botten getransporteerd, waar het wordt ingebouwd in plaats van calcium. De isotopenverhouding komt daarbij overeen met die in
de voeding, die weer afhankelijk is van de grond waar die
voeding op is gegroeid. En aangezien al het tandbot in
de eerste levensjaren wordt gevormd, is de 87Sr/86Sr
signatuur van dat bot representatief voor de plek waar
iemand in de wieg gelegen heeft. In dit geval werd een isotopenverhouding gevonden die maar op een paar
plekken in New South Wales voorkomt.
Ondertussen kon men ook bepalen tot welke eenheid het
slachtoffer behoorde. Omdat de 33nd Battalion van de
Australian Imperial Force daar bevond. Dat had daar
maar één keer aan een offensief meegedaan dus ook
de sterfdatum was bekend. A.d.h.v. de hoeveelheid
munitie en handgranaten, kon men vaststellen dat hij
behoorde tot de D-compagnie.
Omdat er in diezelfde eenheid meerdere vrijwilligers
zaten uit dezelfde streek kon men nog steeds niet vast
stellen wie hij was. Men heeft toen ervoor gekozen om
van alle nabestaanden van de gevallen soldaten uit de
streek, de eenheid, de compagnie en vielen in die regio,
een DNA staal te nemen, inclusief de 97 jaar oude
Kath Mitchell. Alan werd uiteindelijk na 93 jaar terug
gevonden. Hij kreeg op 22 augustus 2010 een eervolle herbegrafenis op het Prowse Point Cemetery, ten
noorden van Ploegsteert Wood in plot III, rij C, graf 1AA (Zuid-Oosten van de hegraafplaats).
Who was Alan J. Mather?
Alan James Mather was born on October 25, 1879 to at
Inverell in New South Wales in Australia and was a
private who fought for the Australians in the Ypres Salient.
He was one of more than 6,000 Australian soldiers missing
until he was eventually found and buried again.
He was the son of Thomas and Mary Ann Mather.
He had an older twin sisters named Marion and Flora
and a younger sister Elsie. He also had a half-brother
and half-sister, Doug and Jessie. He studied at the
New England Grammar School (negs) now known as the
The Armidale School. Later he studied viticulture
at the Hawkesbury Agricultural College. He won a prize in history, presented with a book Proze Writings of Heine in the New England Grammar School in 1894.
He was an excellent rider, he was interested in militaria and was Lieutenant in the local New England Light Horse Squadron in his teens. During this period, he gave a speech Welcome Home to the veterans who came back from the Boer War in South Africa, colony of Great Britain.
Alan, according to the local newspaper known and
loved in his region. He was very involved in sports
and cultural events including athletics meetings,
the Masonic Lodge and his beloved
Light Horse Squadron.
After his studies, he took his father's property in
Roslyn Inverell. He also proved to be by numerous
medals and prizes at competitions throughout
Europe. Good winemaker Alan bought his own
property Flaggy called the Seven River at Ashford
in New South Wales.
During the First World War, Alan was voluntary
in the Australian Empire Forces. He was one of the thousands of dead who fell during the Battle of Messines. He was killed during shelling on June 8, 1917. After the war, his body was never found and was listed on the Menin Gate on panel 23.
Alan would never marry and his oldest living relative is his niece Kath Mitchell, the daughter of Alan's sister Marion, who was born on June 16, 1913 that would eventually be Alan's future the key. Because a body was found back at Ploegsteert by the European Association for First World Archaeology 'No Man's Land'
in August 2008. Who it was, was unknown.
But on the basis of the remains of the uniform,
they know it was an Australian infantryman.
Also had the remains a tag, which has become
real after lie rusting in the ground.
All these years unreadable.
Of the remains was a DNA sample taken,
tooth enamel. This could ultimately indicate
wich part of Australia he was born. This was done
on the basis of the relationship between the
isotope strontium-86 and strontium-87. Strontium enters the body through food and is transported through the bloodstream to the bones, where it is incorporated in place of calcium. The isotope ratio corresponds to that in the power supply, which in turn depends on the soil where the nutrient was grown. And since all tandbot in the first years of life is formed, the 87Sr/86Sr signature of that bone
representative for the place where no man has lain
in the cradle. In this case, an isotope ratio found
that only occurs in a few places in New South Wales.
Meanwhile, one could also determine which unit
belonged to the victim. Because the 33nd Battalion
of the Australian Imperial Force was there.
That there had once participated in an offensive
so also the date of death was known.
On the base of the amount of ammunition
and hand grenades, one could conclude that he belonged
to the D Company.
Because in the same unit served several volunteers
were from the same region, still not fixed establish
who he was. One has then chosen of all the,families of
fallen soldiers from the area, the unit, and the company
fell into that region, a DNA take, including the 97 year old
Kath Mitchell steel. Alan was finally found again
after 93 years. He was burried on August 22, 2010 with an
honorable burial at Prowse Point Cemetery,
north of Ploegsteert Wood in Plot III, Row C,
grave 1AA (South East hegraafplaats).
© 2013 by Rino Deltombe. All rights reserved.