Wie was René F. Colaert?
René Fidèle Colaert werd geboren op 10 maart 1848 in Poperinge. Na zijn studies aan de Leuvense Universiteit, vestigde hij zich te Ieper als advocaat.
Na de verkiezingen van februari 1883, werd hij lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, en bleef hij dit tot 1926. Zijn rol in de parlement was markant. In oktober 1887 gemeenteraadslid gekozen, werd hij vanaf 1 februari 1891 Eerste Schepen. In 1900 werd hij burgemeester van de stad Ieper, wanneer zijn voorganger baron Arthur Surmont de Volsberghe zijn ambt neer legde en op 5 februari werd benoemd tot Minister van de Nijverheid en Arbeid.
Vanaf het begin van zijn loopbaan, zette hij zich in voor de restauratie van de Ieperse gebouwen en monumenten. Een goed voorbeeld zijn de Lakenhallen en de Belfort die tijdens het uitbreken van de oorlog in de steigers stond, voor een grondige gevelrenovatie. Ook de Sint-Maartens Kathedraal stond toen in de steigers wanneer de werken aan de nieuwe spits reeds begonnen waren. Helaas op 28 juni 1914 werd de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie Chotek door Gavrilo Princip neer geschoten. Beiden overleden en zorgde al gauw voor een gruwelijke vier jaar lange oorlog.
Op 4 augustus 1914 valt Duitsland België binnen zonder formele oorlogsverklaring. Al gauw bleek dat de Belgische verdediging in zowel Luik als ook aan Antwerpen niet bestand waren tegen de Duitse opmars. Het Belgisch leger werd verpletterd en begonnen terug te trekken tot aan de Ijzer. Voor de stad Ieper zag het niet erg veel belovend uit. Op 3 oktober kwamen de eerste Belgische militairen in de stad. Het was Klas 1914 uit Lier. René Colaert wilde de stad Ieper en haar inwoners besparen van de oorlog en verbood ieder militair te vluchten of zich in de burgerij te mengen als burger. En de dag nadien werden de eerste Ulanen gezien rond Waasten en Le Toucquet.
De dagen nadien werden ze in kleine groepjes gezien rondom de stad en op 7 oktober kwamen zes ruiters van de 14th Husaren-Regiment (Husaren-Regiment „Landgraf Friedrich II. von Hessen-Homburg“ (2. Kurhessisches) Nr. 14) de stad binnen, begeleid door René Colaert, z'n zoon en een priester. Zij eisten overnachting in de stad en 75.000 BEF (sommige bronnen spraken zich tegen). Er werd uiteindelijk 65.000 BEF betaald (sommige bronnen spreken over 62.000) uit de staatskas. De burgemeester, een deken en de commissaris van de politie werden als gijzelaar genomen voor een vlotte doortocht die de dag nadien of twee dagen later plaats vonden. Zij werden nadien vrij gelaten.
De burgemeester had alles gedaan om slachtoffers en schade te vermijden. Slechts één burger kwam om het leven door de burgerwacht. Dit was een groenteboer genaamd Henri Van Damme. Het verbod om te vluchten werd niet door velen gerespecteerd. René had nog een leugen moeten verzinnen wie de Duitsers beschoot aan de Rijselpoort. Hij gaf de schuld aan de reeds gevluchte gendarmerie en zweeg over de burgerwacht, die de Duitsers beschoot vanuit de Rijselpoort.
Ondanks deze daden, bleef de stad Ieper niet bewaard.
De stad Ieper werd een ruïne na vier jaar oorlog. De Britten besloten de stad te bewaren als herinnering. Maar daar kwamen de inwoners op tegen. Na heel wat tegenkantingen, werd de stad terug opgebouwd.
Helaas heeft hij nooit de stad terug opgebouwd gezien. De burgemeester – die dapper zijn leven opofferde voor het welzijn van de stad – overleed op 3 oktober 1927 in Ieper. Hij ligt begraven op het oude begraafplaats van Ieper op perk 18.
Sources: - Wikipedia
- Wo1.be: De dag dat de Duitsers in Ieper waren
- Le sénat belge en 1894-1898
- Archief/Archive Ypres
Who was René F. Colaert?
René Fidèle Colaert was born on March 10, 1848 in Poperinge. After his studies at the University of Leuven, he settled in Ypres as a lawyer .
After the elections of February 188 , he became a member of the House of Representatives, and he remained so until 1926. His role in the parliament was striking. In October 1887, he was selected as councilor and he was from February 1, 1891 Eeste Schepen. In 1900 he became mayor of the town of Ypres, when his predecessor baron Arthur Surmont de Volsberghe laid down his ambt as mayor and was on 5 February appointed as Minister of Industry and Labour .
From the beginning of his career, he dedicated himself to the restoration of the buildings and monuments in Ypres. A good example is the Cloth Hall and Belfry who are standing during the outbreak of the war in the pipeline for a thorough renovation of the façade. The St. Martin's Cathedral was then under construction when the work had already begun on the new tower roof. Unfortunately, on 28 June 1914, the Austrian Archduke Franz Ferdinand and his wife Sophie Chotek was murdered by Gavrilo Princip and made soon a gruesome four-year long war .
On August 4, 1914, Germany falls into Belgium within no formal declaration of war. It soon became clear that the Belgian defense in both Liege and Antwerp could not withstand the German advance. The Belgian army was crushed and started a march to the Ijzer river at the west of the country. For Ypres, it saw not very promising. On 3 October, the first Belgian soldiers were in the city. It was Klas 1914 from Lier. Rene Colaert wanted the town and its inhabitants saved from the war and forbade themilitary to escape or to cover themself as civilian in the town. And the followed day, the first Uhlans are been seen around Waasten and Le Toucquet.
The days afterwards they were seen in small groups around the city and on 7 October, six riders from the 14th Husaren-Regiment (Husaren-Regiment „Landgraf Friedrich II. von Hessen-Homburg“ (2. Kurhessisches) Nr. 14) entered the town, accompanied by René Colaert, his son and a priest. They demanded pass the night in the city and 75,000 BEF (some sources spoke against) . Eventually, the mayor paid 65,000 BEF (some sources say about 62,000 ) with money from the town. The mayor, a dean and the commissioner of police were taken hostage for a smooth passage, wich took place the next day or two days later. They were then left free when the Germans have safety leave the town.
The mayor had done everything to avoid casualties and damage Only one civilian was killed by the militia. This was a farmer named Henri Van Damme. The ban to escape was not respected by many. Rene had yet to invent a lie when the Germans asked who have fired them from the Lille Gate. He blamed the gendarmerie, who also already escaped, and say nothing about the Civic Guard who have fired the Germans from the Lille Gate..
Despite these actions, the city wasn't safe. Ypres was a ruin after four years of war. The British decided to keep the city ruin as a reminder. But the inhabitants was against those plans. After many adversities, the city was rebuilt .
Unfortunately, René has never seen the city built back. The mayor - who bravely sacrificed his life for the welfare of the city - died on October 3, 1927 in Ypres. He is buried in the old cemetery of Ypres.
© 2013 by Rino Deltombe. All rights reserved.